De hotelbar in Los Angeles vormt een surreëel decor voor een gesprek over de Britse rave-scene. Nog geen 24 uur eerder stonden Liam Howlett, Keith Flint en Maxim Reality het Staples Center op zijn kop te zetten als supportact voor Linkin Park. Nu, met de adrenaline nog voelbaar in de lucht, duiken we terug naar het moment waarop alles begon – toen een hiphop-dj voor het eerst in aanraking kwam met een nieuwe muzikale revolutie.
Het geheime genootschap
Voor Howlett begon het allemaal in 1988, een tijd waarin hij nog diep geworteld was in de hiphopscene. “Ik werkte in Londen en zag deze vreemde groepen mensen terugkomen van feesten”, herinnert hij zich. “Eén van hen was een vriend van me. Hij vroeg of ik wilde kijken wat er gaande was, maar ik zei: ‘Nee joh, ik hou meer van hiphop, niet van acid house.’” Het zou niet lang duren voordat die weerstand zou verdwijnen. “Het voelde alsof je deel uitmaakte van een soort geheim genootschap”, vertelt Liam Howlett, “Er gebeurde van alles, hier en daar, en niemand wist ervan. Dat was waanzinnig spannend.” Het is fascinerend om te zien hoe de architect achter The Prodigy’s sound nog steeds met vuur spreekt over die eerste dagen van de rave-scene.
The Barn: het culturele kruispunt
Het was in The Barn, een onopvallende locatie in Essex, waar de vonk definitief oversloeg. “Voor zo’n kleine, vervallen plek werd het op een gegeven moment gewaardeerd als nummer twee van Engeland,” vertelt Keith Flint. “Mr. C draaide er, Frankie Bones, iedereen kwam langs.” De muziek die in The Barn gedraaid werd was een eclectische mix die de evolutie van de scene weerspiegelde.

“In die tijd hoorde je alles door elkaar”, vertelt Howlett. “Je kon Westbam’s ‘Alarm Clock’ horen, direct gevolgd door een Lil Louis track, en dan weer een Joe Smooth plaat. Dat was de opbouw van de avond.” Maxim Reality knikt instemmend. “Toen ik die tracks voor het eerst hoorde, was ik totaal weggeblazen. Het was compleet anders dan alles wat ik hoorde in de scene. Ik kwam zelf meer uit de hiphop scene, maar dit …” Hij pauzeert even. “Dit was iets nieuws.” Het was ook in The Barn waar Keith en Liam elkaar voor het eerst zagen, al zou het nog een jaar duren voor ze echt contact maakten. “We zaten in verschillende kringen”, herinnert Liam zich, “maar je zag elkaar wel.”
‘Energy Flash’
Een van de meest definiërende momenten kwam met Joey Beltram's ‘Energy Flash’. "Als ik naar veel geweldige platen luister, sommige van mijn favoriete platen...”, begint Howlett, “denk ik aan Beltram, Energy Flash. De eerste keer dat ik die plaat hoorde, dacht ik 'what the fuck is dit?'. Ik dacht niet, het is ‘four-to-the-floor’, en daar ben ik niet zo van. Ik werd gegrepen door de bas” Hij pauzeert even, duidelijk nog steeds onder de indruk van de herinnering. “Die plaat was baanbrekend. Voor mij was dat een belangrijk moment, als ik die plaat hoorde tijdens het uitgaan.”
De invloed van hiphop
The Prodigy’s wortels in de hiphopscene hebben hun benadering van elektronische muziek sterk beïnvloed. “We waren meer geïnteresseerd in de beats”, legt Howlett uit. “Toen we platen hoorden van labels als Shut Up and Dance – dat waren eigenlijk versnelde hiphopplaten.” Deze fusie van stijlen werd een kenmerk van hun sound. “We wilden meer zijn als een band die aanviel”, vertelt Howlett. “Niet als nerds achter keyboards. We keken vooral naar bands als Public Enemy en de Beastie Boys.”
Maxim voegt toe: “Wat we deden stond altijd apart van de rest van de scene. Veel mensen in de partyscene schreven muziek door anderen te kopiëren. Wij deden ons eigen ding.”
De dj cultuur en de rave-scene
Een cruciaal aspect van The Prodigy’s succes was hun begrip van de dj-cultuur. “Carl Cox draaide op drie draaitafels”, herinnert Howlett zich. “Hij hield een kopie van ‘Everybody in the Place’ op de derde draaitafel voor wel twintig minuten en bleef de hook droppen. De dj’s verdienen veel respect – ze bouwden de feesten op.” Keith Flint vult aan: “In de rave-scene keek je naar je maten als een tune inkwam, je zocht elkaar op. Je keek elkaar aan met die anticipatie van ‘het gaat droppen’. Dat zie je tegenwoordig niet meer zo veel.”
Dansen met ‘Old Bill’
“De rave-cultuur is echt een Engels ding,” stelt Howlett. “Dat is geen snobisme. De platen werden in het begin in Amerika gemaakt, maar ze wisten niet wat ze ermee moesten. Bij ons had je die massale bijeenkomsten van mensen die langs snelwegen trokken, feesten in velden creëerden tot ’s ochtends acht uur. Dat gebeurde nergens anders.”
Deze unieke Britse interpretatie van elektronische muziek zou wereldwijd invloed hebben. “Het was een grote ‘fuck you’ naar de grote labels”, glimlacht Howlett. “Ze wisten niet wat dit was, waar deze artiesten vandaan kwamen. Wij hadden de controle. De kids wisten waar ze moesten zijn, welke dj’s er draaiden, welke platen er uitkwamen. De industrie had geen idee.”

De echte magie gebeurde op de onwaarschijnlijkste plekken. “Ik draaide vanuit de achterkant van een busje op een strand”, vertelt Liam Howlett met een glimlach. Keith vult aan: “Klinkt romantisch hè, een strand-rave? Maar het was een nudistenstrand bij Clacton, Essex, drie uur ’s ochtends, fucking koud. Je stak een vuurtje aan en iedereen kwam er omheen staan.”
“Je voelde je een beetje als een crimineel”, vult Keith Flint aan, terwijl zijn ogen oplichten bij de herinnering. “Mijlenver rijden om een schuur in het midden van een veld te vinden … en dan kom je aan en denkt: wow, dit is geweldig.” De confrontaties met de politie gaven de feesten een extra lading van spanning en rebellie. “De illegale kant ervan, weet je … het feit dat de politie er in grote aantallen op af kwam dat maakte het spannend. Je rijdt urenlang rond op zoek naar een plek, met de ‘Old Bill’ buiten. Dat is opwindend.”
De studio als wapen
Het is onmogelijk om over The Prodigy te praten zonder het te hebben over de technologie die hun geluid mogelijk maakte. Howlett's eerste wapen van keuze was de Roland W-30, een workstation dat sampling en sequencen combineerde. “Het had maar 14 of 16 seconden sampletijd” legt hij uit, "wat nu belachelijk weinig lijkt. Ik moest creatief zijn – ik sampelde iets, zette er kicks op, sampelde dat weer. De kwaliteit ging steeds verder achteruit, maar dat droeg juist bij aan dat soort geluid, dat 12 bit gevoel."
Deze beperking werd een kenmerk van The Prodigy's vroege geluid. De lofi kwaliteit van de samples gaf hun muziek een rauwe energie die perfect paste bij de underground rave-scene. “We waren altijd sampling-piraten,” grijnst Howlett. “We gaven er niet om waar het vandaan kwam, als het maar werkte op de dansvloer.”
Een explosieve tape
Maxim herinnert zich nog levendig het moment waarop hij Liam's muziek voor het eerst hoorde. “Toen onze eerste manager me een tape van Liam's nummers gaf, was ik compleet weggeblazen”, vertelt hij. “Er stonden maar vijf tracks op die tape. Meer had ik niet nodig.” De muziek was anders dan alles wat er in de partyscene te horen was. “Ik was niet echt een fulltime raver”, erkent Maxim. “Ik kwam en ging omdat ik vrienden had die in de partyscene in een band zaten. Maar toen ik die tracks hoorde … dat was totaal anders dan wat iedereen deed.”

De TB-303: de trigger
“Het was een enorme uitdaging om een 303 te vinden,” herinnert Howlett zich. “Dit was voor eBay en het internet. Je moest connecties hebben, mensen kennen. Toen ik er eindelijk één had, kostte het me een fortuin.” “Het was het meest magische geluid voor mij. Als non-muzikant die niet begreep waar het vandaan kwam, was dat één van de belangrijkste triggers.”, verklaart Keith.
De ‘Hoover sound’
Ik vraag Liam naar het gebruik van de ‘Hoover sound’, voor het eerst gehoord in Joey Beltram’s ‘Mentasm’. De ‘Hoover sound’, die zijn naam dankt aan de gelijkenis met het geluid van een stofzuiger, werd een centraal element in hun hit ‘Charly’. “Iedereen gebruikte het destijds”, legt Howlett uit. “Het was eigenlijk gewoon een preset op de Roland Alpha Juno synthesizer. We waren niet de eersten die het gebruikten, maar we gaven er wel onze eigen draai aan.”
Van underground naar onverwachte hit
Niemand had kunnen voorspellen wat er zou gebeuren toen The Prodigy hun eerste tracks begon uit te brengen. “Charly” begon als een underground hit, iets wat mensen vaak vergeten. “Dat is wat mensen niet beseffen”, legt Howlett uit. “Mensen denken dat het gewoon een popplaat was. Maar voor het opgepikt werd door de charts, was het een grote underground tune. Je kunt elke dj vragen – dat is wat er gebeurde.”
De reden voor het succes was simpel: ze werkten erg hard. “We speelden voor zo’n 30.000 mensen in een weekend”, herinnert Keith zich. “Als je dat doet en je speelt een knaller als ‘Charly’, zodra het uitkwam gingen mensen het kopen. Dat stuurde het de charts in.”
Het ‘Top of the Pops’ Moment
Toen de plaat de charts bestormde, kwam het moment van de waarheid. “We werden verteld: als je Top of the Pops doet, verkoop je morgen 30.000 platen meer,” vertelt Howlett. De band was destijds blut, maar weigerde zonder aarzeling. “Het was niet eens een overweging. We waren allemaal blut, we hadden niets. Maar we hadden deze visie van wat we wilden zijn.”
Het label, XL Recordings, was verbijsterd door hun weigering. Maar voor The Prodigy was het een principekwestie. “Het was alsof je je muziek ineens in een totaal andere arena zou brengen”, legt Howlett uit. “We konden dat niet maken tegenover de mensen die elke week naar onze shows kwamen.”
Deze compromisloze houding zou kenmerkend worden voor The Prodigy. Ze werden gedreven door de energie van de feesten, niet door commercieel succes. “We werden gewoon gevoed door gratis clubs binnenkomen en doen wat we graag deden”, zegt Howlett. “Het ging allemaal om het volgende weekend, het volgende feest.”
Het Duitsland: het domein van Sven Väth
“Toen de Engelse rave-scene naar beneden ging, kwam de Duitse scene op,” vertelt Howlett. “Opeens ontdekten we dat Duitsland de volgende plek voor ons was.” De Duitse scene had haar eigen legendarische figuren, zoals Sven Väth. Keith vertelt: “Na zijn traditionele negen uur draaien, zei een gast: ‘we gaan een feest bij mij thuis houden’. Dus hij ging gewoon bij een of andere gast thuis draaien.” Het was deze pure liefde voor de muziek die de oude garde onderscheidde. “Hij doet het omdat hij van de muziek houdt”, voegt Howlett toe. “Hij wil het feest maken, en dat is waar het allemaal om draaide.”

Een nieuwe generatie
“Je hebt nu kids die uitgaan, die hebben hun feesten, nemen pillen, luisteren naar nieuwe muziek zoals dubstep of wat dan ook en daar gaan ze helemaal in op”, reflecteert Keith Flint. Er zit geen spoortje van cynisme in zijn stem als hij praat over de nieuwe generatie. “Dat is voor hen het kostbaarste wat er is. Ik ben niet zo iemand die zegt dat het vroeger allemaal beter was – dat is allemaal onzin. Zij hebben nu hetzelfde gevoel als wij toen hadden.”

Het is een verfrissend eerlijke observatie van iemand die de scene heeft zien evolueren van underground beweging naar wereldwijd fenomeen. “Ik hou van de arrogantie van het maken van een rave-track in 2011”, voegt Liam Howlett toe met een trotse grijns. Het is een uitspraak die perfect The Prodigy’s houding samenvat – compromisloos, authentiek en altijd trouw aan hun roots.

Tussen 2008 en 2013 interviewde ik meer dan dertig pioniers van de rave-scene voor de documentaire 'Oldschool Renegades'. Hoewel slechts fragmenten van deze interviews in de film pasten, bevatten de volledige gesprekken verhalen die het verdienen om gedeeld te worden. Unieke verhalen die laten zien hoe een generatie pioniers met minimale middelen en maximale passie het fundament vormden van een nieuwe muziekstroming.
Dit artikel is niet (meer) beschikbaar voor licentie