Ik kan de geur van die krantendrukkerij nog steeds ruiken als ik mijn ogen sluit. De mengeling van inkt, warme was en koffie die koud was geworden terwijl ik geconcentreerd bezig was met het uitsnijden van foto's en tekst voor de volgende dagkrant. Het was 1991, ik was 18 en werkte als opmaker bij Sijthoff Pers, een krantenuitgever in de Plaspoelpolder bij Den Haag. Met chirurgische precisie sneed ik elementen uit die ik vervolgens met hete was op lege sjabloonpagina's plakte. De littekens van die mesjes op mijn handen herinneren me nog dagelijks aan die tijd.
Niemand had me kunnen vertellen dat het verliezen van die baan me uiteindelijk naar internationale roem, ontmoetingen met muzieklegendes en optredens in New York zou leiden. Maar het leven zit vol van die ironische wendingen, toch?
De technologische revolutie die niemand zag aankomen
Er werd gefluisterd over verandering. In vergaderruimtes bespraken managers iets wat "desktop publishing" werd genoemd. Voor de meesten van ons op de werkvloer was het een vaag concept, iets wat in een verre toekomst relevant zou worden.
Toen arriveerden ze: de eerste Apple Macintosh computers. Witte strak ogende machines met monochrome monitoren werden neergezet op enkele bureaus. Een handjevol collega's werd geselecteerd om opgeleid te worden in het gebruik ervan. Ik was niet een van hen. Als recent aangenomen werknemer stond ik onderaan de lijst, slachtoffer van het klassieke "last-in-first-out" principe.
"Je moet het niet persoonlijk opvatten", zei mijn manager toen hij me het nieuws vertelde. "Het is gewoon de technologie. We hebben minder mensen nodig om hetzelfde werk te doen."
De ironie? Die technologie die me mijn baan kostte, zou uiteindelijk de sleutel worden tot mijn volgende carrière.
De val wordt een sprong voorwaarts
Met een ontslagbrief in de ene hand en een laatste loonstrook in de andere, stond ik op een kruispunt. Natuurlijk had ik een inkomen nodig, maar er was ook iets anders: ik had net een hit gescoord met "Poing". Een track die ik had gemaakt in mijn slaapkamerstudio, met apparatuur die ik had gekocht van mijn salaris als krantenopmaker.
Die hit had niet veel geld opgeleverd – de realiteit van de muziekindustrie zou me later hard treffen – maar het had me wel zichtbaarheid gegeven. En in een plotselinge vlaag van inzicht zag ik de verbinding: mijn passie voor muziek, mijn nieuwe bekendheid, en de desktop publishing revolutie die me net mijn baan had gekost.
Ik nam een besluit dat mijn leven zou veranderen: ik verkocht mijn vertrouwde Atari ST (mijn muziekmakende werkpaard) en investeerde in een Apple Macintosh LCII. Het was een gedurfde zet – deze computer was mijn eerste echte professionele machine, een gamechanger.


De collagemaker gaat digitaal
Het leren van Quark X-Press en Photoshop ging me verrassend natuurlijk af. Ik benaderde het met dezelfde nieuwsgierigheid en vastberadenheid als toen ik in 1991 voor het eerst leerde werken met een sampler en sequencer.
Er was een opvallende parallel die ik al snel ontdekte: het proces van samples verzamelen en deze sequencen in patronen voelde opvallend vergelijkbaar met het scannen van elementen en deze combineren in Photoshop. Het was dezelfde collagementaliteit, alleen met verschillende resultaten.
"Dat kan ik ook", zei ik botweg tijdens een kop koffie op het Mid-town kantoor, toen ik klachten opving over externe grafisch ontwerpers. Het was een moment van overmoed, maar ook van helder inzicht – ik had vaardigheden die waardevol waren in deze nieuwe digitale wereld.
Ze wisten dat ik platen maakte, de scene begreep en de hoes voor "Poing" had ontworpen. Ik had ervaring met ontwerpen voor drukwerk, iets wat niet elke computergerichte ontwerper toen (of nu) had. Bovendien had ik ze recent minstens een miljoen aan omzet bezorgd met mijn muziek.
Binnen een paar dagen zat ik achter een gloednieuwe Apple Quadra 800, een 17 inch monitor, een Hewlett Packard beeldscanner en een Syquest verwisselbare harde schijf. Mijn bureau was in de controlekamer van de Mid-town studio – een strategische plek waar ik niet alleen hoezen kon ontwerpen, maar ook slaapkamerproducers kon helpen die hun platen kwamen mixen.
Van pagina's opmaken naar de wereld veroveren
Als iemand me tijdens mijn dagen als krantenopmaker had verteld dat ik enkele jaren later in Londen, Berlijn en New York zou staan als internationaal bekende dj, had ik hard gelachen. Maar daar stond ik dan, vliegend naar Engeland, Duitsland, Spanje en Italië, levend in een realiteit die compleet verschilde van mijn dagen van het minutieus uitsnijden van foto's en koppen.
De desktop publishing revolutie had me misschien mijn eerste baan gekost, maar ze had me ook het inzicht en de vaardigheden gegeven om me aan te passen aan een nieuwe wereld. Een wereld waarin ik uiteindelijk zou floreren.
Van het ontwerpen van hoezen voor 12 inches en albums tot het maken van flyers voor de beruchte "A Nightmare In Rotterdam" feesten – mijn ontwerpen bereikten een publiek waar ik als krantenopmaker alleen maar van had kunnen dromen. Maar het bleef niet bij alleen ontwerpen.
De volgende revolutie: videoproductie
De cirkel werd rond toen Mid-town me vroeg om een boodschappenlijstje samen te stellen voor videoproductie-apparatuur. Nu was ik degene die de technologische revolutie omarmde in plaats van het slachtoffer te zijn.
Met een budget van ongeveer 150.000 gulden (zo'n € 70.000) werden we pioniers in muziekvideoproductie in Nederland. We produceerden clips voor Paul Elstak's hits "Luv U More" (#2 in de hitlijsten), "Rainbow In The Sky" (#3), "Don't Leave Me Alone" (#2) en "The Promised Land" (#3). Dit viel perfect samen met de lancering van TMF (The Music Factory), Nederland’s eerste muziekzender. We werden al snel hofleverancier.
Er was een zekere poëtische rechtvaardigheid in het feit dat de technologie die me eerst had ontslagen, nu de basis vormde voor een carrière waarin ik uiteindelijk zes top 10 hits zou produceren als muziekvideomaker. Mijn ervaringen met fotografie, lay-out en design vanuit mijn krantenperiode bleken onmisbaar bij het visualiseren van deze video's.
Een les in aanpassingsvermogen
Als er één ding is dat ik heb geleerd van mijn reis van krantenopmaker naar hitproducer, is het het belang van aanpassingsvermogen. Technologische revoluties komen en gaan – ik heb er inmiddels meerdere meegemaakt – maar de creatieve geest die kan meebewegen en kansen ziet in plaats van bedreigingen, die overleeft.
Soms moet je bereid zijn om je Atari te verkopen en te investeren in een Apple. Soms moet je de moed hebben om "dat kan ik ook" te zeggen, zelfs als je nog niet helemaal zeker weet hoe. Soms moet je de deur die technologie voor je sluit, zien als een raam dat elders opengaat.
De littekens van die chirurgische mesjes op mijn handen zijn vervaagd, maar de lessen die ik leerde tijdens mijn onwaarschijnlijke reis van krantendrukkerij naar hitproducer, die draag ik nog elke dag met me mee.
Dit artikel is gebaseerd op een hoofdstuk uit mijn boek "POING: Het onverwachte volkslied van een hardcore generatie", waarin ik terugblik op mijn carrière in de muziekindustrie en de impact van onze hit "Poing" op de elektronische muziekscene.