In een bescheiden studio ergens in België werd eind jaren 80 geschiedenis geschreven. Hier, ver weg van de glitter en glamour van de mainstream muziekindustrie, werkte een jonge keyboardspeler aan wat zou uitgroeien tot een van de invloedrijkste dancetracks aller tijden. Dit is het verhaal van Patrick de Meyer, de man achter de klanken van Technotronic en T99, een verhaal dat tot nu toe grotendeels onverteld is gebleven.

De reis van een rockende buitenstaander

Het verhaal begint in Haast, een kleine Belgische stad waar eind jaren 80 de meeste muzikanten nog vast zaten in de traditionele rockscene. De Meyer, met zijn achtergrond in wijsbegeerte en een passie voor experimentele muziek, paste niet in het gebruikelijke plaatje. “De meeste muzikanten zaten in een rockbandje hier”, herinnert hij zich. “In deze stad waren niet zo heel veel mensen die muziek aan het maken waren.” Maar het was juist deze buitenstaanderspositie die hem in staat stelde om buiten de gebaande paden te denken. Als filosoof en muzikant zocht De Meyer naar nieuwe manieren om geluid te benaderen, geïnspireerd door een eclectische mix van invloeden: van Frank Zappa tot Kraftwerk, van soul tot experimentele elektronische muziek.

De zwarte roots van house

Een van de meest fascinerende aspecten van De Meyer’s verhaal is zijn diepe verbinding met zwarte muziek. In een tijd waarin de Europese dancescene steeds ‘witter’ werd, bleef hij trouw aan zijn soul- en funkroots. “Mijn roots zijn zwart”, zegt hij met merkbare trots. “Zwarte mensen die met mij gewerkt hebben, zeggen tegen mij: ‘Jij bent de meest zwarte artiest die we kennen onder de blanken.’” Deze connectie was geen toeval. De Meyer groeide op met Ferry Maat’s Soul Show, een radioprogramma dat een hele generatie Europese muzikanten zou beïnvloeden. “Hadden we dat niet gehad, we waren echt wel een stukje minder funky geweest,” reflecteert hij.

Een filosofische benadering van dance

De Meyer’s achtergrond in filosofie gaf hem een uniek perspectief op elektronische muziek. Voor hem was het meer dan alleen beats en melodieën – het was een vorm van culturele expressie, een manier om verschillende werelden samen te brengen. “House is zwart”, stelt hij resoluut. “House komt gefilterd uit funk en soul, met een beetje rock erbij, en ook met een beetje Duitse techno van Kraftwerk.” Deze observatie leidde tot een interessante theorie over waarom sommige genres overleven en andere niet: “New Beat is blank geweest, en daarom is New Beat snel gestorven. Als je te blank bent, kun je niet globaal blijven domineren. Er moet zwarte input zijn, zeker in ritmische dansmuziek.”

De geboorte van een wereldhit

Het verhaal van ‘Pump Up The Jam’, de track die de wereld zou veroveren, is er een van toeval, talent en technologische innovatie. “Het begon allemaal met een baslijn van Keith Farley (The Acid Life, red.)”, vertelt De Meyer. “Een prachtige, zwarte, soulvol muzikant-producer uit Detroit.” Deze baslijn zou het fundament worden waarop De Meyer en zijn collaborateurs een mondiale hit zouden bouwen.

De productie van de track was verrassend low-fi, zeker naar hedendaagse maatstaven. In een bescheiden studiootje op zolder werkten ze met wat ze hadden. “De baslijn is gemaakt door de (Yamaha) DX7, gecombineerd met The Prophet 5,” legt De Meyer uit. “De ‘string stabs’ zijn van de Oberheim Matrix, de shakers waren samples, en de basdrum kwam van een Baby Ford plaat uit 1988. De synthesizer solo was een Minimoog gemanipuleerd met een pitchbend en een modulation wheel,” legt hij uit.

Zijn studio-setup was een fascinerend mengsel van analoog en digitaal, waarbij elke machine zijn eigen karakteristieke bijdrage leverde aan het geluid. Maar het was juist de beperking in middelen die leidde tot creativiteit. De Meyer: “Als je dat nu al luistert … Zo’n vijf of zes masteringstudio’s op de wereld hebben geprobeerd om dat nummer een beetje dynamiek te geven. Maar het is en blijft een lofi nummer. Gewoon hier op zolder gemaakt, hier in deze stad. Met echt wel low-budget apparatuur.”

De impact van T99

Naast zijn werk met Technotronic was De Meyer ook een sleutelfiguur in T99, een project dat de grenzen van elektronische muziek verder zou verleggen. Hun track ‘Anasthasia’ werd een mijlpaal in de ontwikkeling van harder dance muziek. “Anasthasia was een samenraapsel van samples”, herinnert De Meyer zich. “Samengeraapt door een fantastische geest, Olivier Abbeloos, die ‘Anasthasia’ in een totaal imaginaire wereld gegoten heeft.” Het nummer werd een blauwdruk voor wat later de rave-scene zou worden, een mengeling van harde beats en surrealistische soundscapes.

De rave-o-lutie

Over de opkomst van de rave-scene heeft De Meyer een uitgesproken mening. “Rave is voor mij… punk”, stelt hij. “The Prodigy is voor mij de grootste raveband ter wereld. Die zijn samen met ons begonnen op XL in 1992.” Hij ziet een duidelijke parallel tussen de punk- en rave-bewegingen: “Warehouses die afgehuurd worden. In louche omstandigheden, met foute drugs en agressieve klanken.” Maar hij erkent ook de artistieke waarde van latere ontwikkelingen: “Er zijn andere subgenres die ik dan wel enorm waardeer. Zoals Drum & Bass. Waar enorm veel jazz, ambient, funk in zit. Soul zelfs.”

Een nieuwe generatie

Tegenwoordig werkt De Meyer samen met zijn zoon Igor aan nieuwe muzikale projecten. “Toevallig of niet”, zegt hij met een glimlach, “maar er is ooit eens een celletje uit mij gevloeid en dat celletje is nu 17 jaar en een half. En dat is Igor, dat is mijn zoon en die blijkt dezelfde interesse te hebben als papa.” Samen produceren ze onder verschillende namen, waaronder Tragic E en Jarvik 7, waarbij ze moderne elektronische muziek combineren met de lessen uit het verleden. “We gaan commerciële electro house maken, maar vooral met de nadruk op house en iets minder electro. Met vocals, met gemanipuleerde vocals, à la Daft Punk en Kraftwerk.”

De erfenis van de Meyer

Als je Patrick de Meyer vandaag ontmoet, tref je een bescheiden man aan die weinig ophef maakt over zijn rol in de geschiedenis van elektronische muziek. “Er is niets en dan ook niets van rijkdom rond mij”, zegt hij. “Het enige wat aan mij nog kleeft, is het verleden.” Maar dat verleden is rijk aan verhalen en innovaties die de fundamenten hebben gelegd voor de moderne dancemuziek. De Meyer’s bijdragen aan de ontwikkeling van elektronische muziek gaan ver voorbij de hits die hij produceerde. Zijn filosofische benadering van productie, zijn vermogen om verschillende muzikale tradities te verenigen, en zijn compromisloze toewijding aan authenticiteit hebben een blijvende impact gehad op de evolutie van dancemuziek.

Een blik op de toekomst

De Meyer’s huidige werk markeert een nieuwe fase in zijn artistieke ontwikkeling. “Mijn volgende fase in mijn kunstwerken zal zijn een emotionele fase, een filosofische fase,” zegt hij. “Dat komt natuurlijk ook door het ouderschap, maar ook het funky, het zwarte, de humor, die gaat er altijd blijven inzitten.” Deze nieuwe richting is geworteld in dezelfde principes die zijn hele carrière hebben gekenmerkt: authenticiteit, innovatie, en een diep begrip van de culturele kracht van muziek. “Want nog altijd de basis, de kracht van mijn willen om muziek te maken spruit nog altijd uit mensen zoals Frank Zappa, Jethro Tull en Gentle Giant.”

Tussen 2008 en 2013 interviewde ik meer dan dertig pioniers van de rave-scene voor de documentaire 'Oldschool Renegades'. Hoewel slechts fragmenten van deze interviews in de film pasten, bevatten de volledige gesprekken verhalen die het verdienen om gedeeld te worden. Unieke verhalen die laten zien hoe een generatie pioniers met minimale middelen en maximale passie het fundament vormden van een nieuwe muziekstroming.


Dit artikel delen op je eigen platform?