Het is een frisse Londense ochtend als ik door de historische straten van de stad wandel, op weg naar het hoofdkantoor van The Smiley Company. Overal om me heen zie ik ze: die iconische gele gezichtjes die al decennia een stille glimlach toveren op de gezichten van voorbijgangers. Maar weinigen kennen het echte verhaal achter dit universele symbool van geluk – een verhaal dat begint in het Frankrijk van de vroege jaren 70 en zich uitstrekt tot diep in de underground dancescene van de late jaren 80.
De erfgenaam van het geluk
In een ruim kantoor, omringd door Smiley-memorabilia uit vijf decennia, ontmoet ik Nicolas Loufrani. Als CEO van The Smiley Company en zoon van oprichter Franklin Loufrani, draagt hij niet alleen een bedrijf op zijn schouders, maar een cultureel erfgoed dat generaties heeft verbonden. “Ik ben eigenlijk een tweeling”, vertelt hij met een aanstekelijke glimlach die zijn woorden kracht bijzet. “Ik werd geboren op 17 december 1971, en Smiley kwam ter wereld op 1 januari 1972. We delen hetzelfde DNA, dezelfde ziel.” Het is geen toevallige metafoor. Als kind was Nicolas zo vrolijk dat zijn bijnaam al snel ‘Smiley’ werd, nog voordat het merk zijn wereldwijde bekendheid verwierf. “Van het behangpapier in mijn slaapkamer tot mijn pyjama’s, van onze mokken tot de broodtrommel – overal waren die glimlachende gezichtjes. Ik ben letterlijk opgegroeid met Smiley als constante metgezel.”
Een revolutie in positiviteit
Het verhaal van Smiley begint in een tijd van maatschappelijke onrust. Franklin Loufrani, toen journalist bij Le Soir, zag hoe zijn landgenoten werden overspoeld door negatief nieuws. “Mijn vader had een revolutionair idee”, legt Nicolas uit. “Hij geloofde dat als je je dag begint met positief nieuws, je betere relaties kunt opbouwen en uiteindelijk een betere wereld kunt creëren.” Op 1 januari 1972 lanceerde Franklin een campagne die de wereld zou veranderen: bij elk positief nieuwsbericht in de krant plaatste hij een glimlachend gezichtje. “Take Time to Smile” werd meer dan een slogan – het werd een beweging. “Ze drukten tien miljoen stickers, verspreidden ze door heel Frankrijk. Het was waanzinnig. Mensen begonnen actief te zoeken naar de positieve berichten, markeerden ze met hun eigen stickers. Het werd een soort dagelijks ritueel van positiviteit.”
Van krantenpagina naar cultureel fenomeen
Terwijl Nicolas door oude knipsels bladert, ontvouwt zich een fascinerend verhaal van commercieel succes. “Het werd vrijwel direct een merchandising fenomeen. Mijn vader sloot deals met AGFA voor camera’s, Mars voor snoep, Levi’s voor spijkerbroeken. In de jaren 70 en ’80 werden er honderden miljoenen producten verkocht met dat iconische gezichtje.” Maar het echte culturele keerpunt moest nog komen. “In de late jaren 80 gebeurde er iets onverwachts. De opkomende house music scene adopteerde de Smiley als hun symbool. Het begon allemaal met één man: Danny Rampling.”


De acid house connectie
Het verhaal neemt een fascinerende wending als Nicolas vertelt over de connectie met de acid house scene. “Danny Rampling was dj bij Kiss FM in Londen. In november 1987 opende hij Shoom, de eerste acid house club in Londen. Hij droeg Smiley T-shirts, gebruikte het logo in zijn promotie. Het was zijn manier om de zorgeloze sfeer van Ibiza naar het grijze Londen te brengen.” De timing was perfect. “Het was alsof twee werelden elkaar vonden. De waarden van de acid house scene – vrijheid, liefde, respect, samenzijn – resoneerden perfect met waar Smiley voor stond. In de zomer van 1989 explodeerde het. Ik zat nog op school en zag plotseling al mijn vrienden met Smiley-badges en T-shirts rondlopen. De verkoop vertienvoudigde.”

De donkere jaren en wedergeboorte
Maar succes heeft zijn prijs. “Begin jaren 90 begon Smiley te lijden onder zijn eigen populariteit”, vertelt Nicolas. “Het was overal, te goedkoop, zonder strategie. Het werd bijna betekenisloos.” In 1996 besloot de jonge Loufrani in het familiebedrijf te stappen, vastbesloten om het merk nieuw leven in te blazen. “Misschien was het de klassieke vader-zoon dynamiek”, lacht hij, “maar ik wilde alles anders doen. Ik creëerde honderden variaties van Smiley, verschillende emoties, karakters. In 1999 hadden we meer dan duizend verschillende designs.”
De uitvinding van het emoticon
Een onverwachte ontwikkeling zou Smiley opnieuw transformeren. “We zetten al onze designs online als GIF-bestanden. Mensen konden ze kopiëren en plakken. Voor we het wisten, werden ze massaal gebruikt in e-mails en op mobiele telefoons. We hadden per ongeluk het emoticon uitgevonden!” Nicolas benadrukt echter dat dit niet het einde van het verhaal was. “In 2005 verdeelden we het merk in twee: Smiley voor jongvolwassenen, gericht op muziek en clubcultuur, en Smiley World voor een jonger publiek. Het was een manier om trouw te blijven aan onze roots en te innoveren.”

Meer dan een logo
Vandaag is Smiley meer dan een commercieel succes – het is een beweging voor positieve verandering. Via de Smiley World Association, een onafhankelijke liefdadigheidsorganisatie, investeert het bedrijf in sociale projecten wereldwijd. “We doneren 10% van onze winst”, legt Nicolas uit. “Van fair trade projecten in Cambodja tot onderwijsinitiatieven in Colombia – we proberen concrete impact te maken.” Het gesprek komt op de huidige staat van de wereld. “Mensen zeggen vaak dat we nu meer dan ooit positiviteit nodig hebben”, overweegt Nicolas. “Maar mijn vader zei hetzelfde in 1972. De waarheid is dat we altijd redenen kunnen vinden om negatief te zijn. De kunst is om bewust te kiezen voor positiviteit, voor verbinding.”
De erfenis
Als ons gesprek ten einde loopt, vraag ik Nicolas hoe het voelt om de bewaker te zijn van zo’n iconisch symbool. “Ik zie mezelf niet als eigenaar”, zegt hij nadenkend. “Iedereen die ooit een Smiley shirt heeft gedragen, die speciale herinnering heeft aan dat moment in die club, die persoon die ze ontmoetten – ze zijn allemaal mede-eigenaar van dit verhaal. Ik ben gewoon degene die ervoor zorgt dat het verhaal doorgaat, dat nieuwe generaties hun eigen betekenis kunnen geven aan dat simpele, krachtige symbool.” Wandelend door het moderne Londen, waar acid house geschiedenis schreef, zie ik overal echo’s van dat eerste positieve nieuwsbericht uit 1972. Op tassen en T-shirts, in etalages en op smartphones - die iconische glimlach verbindt nog steeds generaties, culturen en bewegingen. Het bewijst wat Franklin Loufrani al die jaren geleden begreep: er is niets krachtiger dan een glimlach.

Een blik op de toekomst
“De uitdaging nu”, vertelt Nicolas tegen het einde van ons gesprek, “is hoe we de ‘spread the smile’ campagne kunnen vertalen naar het digitale tijdperk. De media zijn veranderd –van kranten naar televisie naar internet en social media. Maar de kernboodschap blijft hetzelfde: kies voor positiviteit, zie het goede, deel een glimlach.” Het is een boodschap die resoneert in een wereld die worstelt met polarisatie en negativiteit. Maar zoals het verhaal van Smiley laat zien, kan één simpel symbool, één kleine daad van positiviteit, rimpelingen veroorzaken die decennia later nog voelbaar zijn. Van de krantenkolommen van Parijs tot de underground clubs van Londen, van badges op spijkerjacks tot emoji’s op smartphones – de reis van Smiley is verre van voorbij.

Tussen 2008 en 2013 interviewde ik meer dan dertig pioniers van de rave-scene voor de documentaire 'Oldschool Renegades'. Hoewel slechts fragmenten van deze interviews in de film pasten, bevatten de volledige gesprekken verhalen die het verdienen om gedeeld te worden. Unieke verhalen die laten zien hoe een generatie pioniers met minimale middelen en maximale passie het fundament vormden van een nieuwe muziekstroming.
Dit artikel delen op je eigen platform?