Als pionier in de Amerikaanse dance-industrie heeft Silver een schat aan verhalen te vertellen over hoe elektronische muziek de oversteek maakte van Europa naar Amerika – een reis die niet zonder hindernissen was.
De wortels van een revolutie
“Het begon allemaal in de Paradise Garage”, vertelt Silver, zijn ogen oplichtend bij de herinnering. “Begin jaren 80, dat was waar house muziek voor mij tot leven kwam.” De Paradise Garage was niet zomaar een club – het was een instituut, een heiligdom voor muziekliefhebbers met wat velen beschouwen als een van de beste geluidssystemen ooit gebouwd.
“Larry Levan en Tony Humphries waren de pioniers”, vervolgt hij. “Larry in de Paradise Garage, Tony op Kiss FM. Ze draaiden deze waanzinnige platen die je nergens anders kon horen.” In een tijd dat New York gedomineerd werd door freestyle en electro, creëerden deze dj’s een unieke sound die de basis zou leggen voor wat later de houserevolutie zou worden.
Het belang van de Paradise Garage kan volgens Silver niet worden overschat. “Het ging niet alleen om het geluid”, legt hij uit. “Het was de hele ervaring. Larry draaide minimaal 12 uur sets. De naaldjes voor zijn draaitafels werden speciaal in Japan gemaakt, $ 400 per stuk, en dat was in de jaren 80.” Hij lacht. “Tegenwoordig zou dat waarschijnlijk het dubbele zijn.”
Van Studio 54 naar de underground
Maar het verhaal van dance muziek in New York begint eigenlijk al eerder, in de legendarische Studio 54. “Studio 54 had het op één na beste geluidssysteem van de stad”, herinnert Silver zich. “Technisch gezien was Paradise Garage beter, maar Studio 54 had die ‘thump’ – je voelde het al buiten op straat.”
Het contrast tussen deze twee clubs zou bepalend zijn voor de ontwikkeling van de scene. “Studio 54 was een theater, letterlijk een Broadway locatie omgetoverd tot club. De lichtman verdiende $ 1000 per avond, terwijl de dj maar $ 300 kreeg”, lacht Silver. “Het ging om de productie, de show. Paradise Garage daarentegen draaide puur om het geluid.”
De Europese connectie
Het keerpunt in Silver’s carrière kwam met zijn eigen productie, ‘Casanova’s Revenge’. “We maakten die plaat voor $ 500”, vertelt hij. “In die tijd was dat ongehoord – normaal kostte een studioproductie tussen de $ 5.000 en $ 10.000.” De plaat werd een underground hit, met 50.000 verkochte exemplaren.
Het succes van ‘Casanova’s Revenge’ bracht hem in contact met Eddie DeClercq, een Nederlandse dj die hem uitnodigde naar Holland te komen. “Eddie was één van die newbie pioniers. Hij boekte ons voor optredens in de Roxy en liet ons bij hem thuis logeren – we kenden de man amper!”
Die reis naar Nederland zou Silver’s ogen openen voor wat er in Europa gebeurde. “Daar hoorde ik voor het eerst ‘rave platen’, zoals ik ze noemde. Quadrophonia, Human Resource, Fierce Ruling Diva. In Amerika draaide niemand dit soort muziek.”
De Amerikaanse uitdaging
Terug in Amerika probeerde Silver de muziekindustrie te overtuigen van het potentieel van deze nieuwe sound. “Van 1990 tot 1995 was ik iedereen aan het vertellen over deze cultuur die eraan kwam”, verzucht hij. “Maar niemand wilde luisteren.”
Het grootste obstakel was de radio. “Ze bleven maar zeggen: ‘Je hebt vocals nodig bij deze techno.’ Toen de Enigma (‘Sadeness Part 1’, red.) plaat uitkwam zonder vocals en een hit werd, gebruikte ik dat als argument. Maar ze bleven vasthouden aan hun formule.”
Los Angeles: Amerika’s hoofdstad van de dance
Terwijl New York vasthield aan zijn house- en freestyle-roots, ontstond er in Los Angeles een levendige rave-scene. “LA is tot op de dag van vandaag de dance hoofdstad van Amerika”, stelt Silver. “Ze hadden geen clubscene zoals New York, maar wel veel warehouses. En belangrijker: ze hadden rijke kinderen die zonder problemen 30-40 duizend dollar konden investeren in een feest.”
De LA-scene ontwikkelde zijn eigen cultuur, compleet met telefoonlijnen voor ‘map points’ en geheime locaties. “In New York zou dat nooit werken,” lacht Silver. “Mensen willen weten waar ze heengaan als ze een kaartje kopen. Maar in LA werkte het perfect.”
The Prodigy: een keerpunt
Wanneer het gesprek zich richt op The Prodigy, wordt Silver nog enthousiaster. “The Prodigy was de ultieme rave act”, stelt hij zonder aarzeling. “Er is geen betere band die een live publiek zo kon bespelen. Ze hadden het complete pakket - het geluid, de danser, de MC.”
De impact van The Prodigy op de Amerikaanse scene was echter beperkt. “Ze werden zo groot in Europa dat het financieel niet logisch was om hier uitgebreide tours te doen,” legt Silver uit. “Als je eerste klas vliegtickets en zes cijferige gages krijgt in Europa, waarom zou je dan een tourbus huren en je druk maken om geluid en licht in Amerika?”
New York’s Limelight tijdperk
Een cruciaal hoofdstuk in Silver’s verhaal speelt zich af in de New Yorkse club Limelight. “Charlie Casanova begon daar techno te draaien op donderdag,” herinnert hij zich. “Die avond werd zo succesvol dat ze het uitbreidden naar vrijdag, met Lord Michael’s Future Shock.”
Future Shock zou uitgroeien tot het eerste stabiele platform voor elektronische muziek in Amerika. “We hadden eindelijk een plek waar we internationale acts konden boeken,” vertelt Silver. “The Prodigy, Underground Resistance, Fierce Ruling Diva - ze speelden allemaal in Limelight. Het werd een ankerpunt voor de hele Amerikaanse scene.”
De underground beweging
Parallel aan de clubscene ontwikkelde zich een underground beweging, met pioniers als Frankie Bones en Adam X die ‘storm raves’ organiseerden in Brooklyn. “Frankie kreeg nooit de erkenning die hij verdiende in Manhattan,” merkt Silver op. “Maar zijn platenzaak Sonic Groove werd een internationale bestemming. Mensen vlogen van over de hele wereld naar New York om met de metro naar zijn winkel te gaan.”
De culturele kloof
Een van de interessantste observaties van Silver betreft het verschil tussen house en techno in Amerika. “In Amerika is house urban, techno suburban,” legt hij uit. “House komt uit de Paradise Garage, een voornamelijk Afro-Amerikaans publiek. Techno sprak meer de voorstedelijke kids aan, vergelijkbaar met de metal scene.”
Deze culturele scheiding verklaart volgens hem waarom de Europese rave-scene zo anders was dan de Amerikaanse. “In Europa vermengden die scenes zich. In Amerika bleven ze grotendeels gescheiden.”
De erfenis
Nu, decennia later, is elektronische dancemuziek niet meer weg te denken uit het Amerikaanse muzieklandschap. Festivals als EDC en Ultra trekken honderdduizenden bezoekers. Maar volgens Silver is er nog steeds een verschil: “Als je dancemuziek in Europa hebt gezien op een Mayday of ID&T feest, dan begrijp je pas echt waar het om gaat. Amerika komt in de buurt in LA, maar het niveau van Europa hebben we nog steeds niet bereikt.”
Een blik op de toekomst
Ondanks alle veranderingen in de muziekindustrie blijft Silver optimistisch over de toekomst van elektronische muziek. “De technologie heeft alles veranderd,” geeft hij toe. “Maar de essentie blijft hetzelfde - het gaat om die connectie tussen DJ en publiek, om die collectieve ervaring.”
Toch heeft hij één specifieke eis als hij tegenwoordig DJs boekt: “Ik werk het liefst met DJs die vinyl draaien,” zegt hij met een glimlach. “Ik snap helemaal waarom mensen digitaal draaien - ik heb zelf genoeg geklaagd over het sjouwen met platenkisten en beschadigde vinyl. Maar er gaat niets boven dat analoge geluid.”
De menselijke factor
Wat opvalt tijdens ons gesprek is hoe Silver, ondanks zijn rol als zakenman en promotor, altijd de menselijke kant van de muziekindustrie voorop stelt. Zijn verhalen gaan niet alleen over hits en clubs, maar over de mensen die de scene vormgaven - de DJs, de producers, de clubeigenaren en vooral het publiek.
“Weet je wat het mooie was aan die vroege dagen?” vraagt hij retorisch. “Iedereen deed het uit passie. Of je nu platen draaide, feesten organiseerde of muziek maakte - het ging om de liefde voor de muziek.”

Een blijvende impact
Als we aan het eind van ons gesprek terugblikken op zijn carrière, wordt duidelijk hoe cruciaal Silver’s rol was in het verbinden van de Europese en Amerikaanse elektronische muziekscene. Van het boeken van de eerste internationale DJs tot het uitgeven van baanbrekende compilaties - hij was een van de weinige Amerikanen die de potentie van de Europese rave-scene zag en er alles aan deed om die naar Amerika te brengen.
Zijn verhaal is niet alleen een kroniek van de ontwikkeling van elektronische muziek in Amerika, maar ook een testament aan de kracht van culturele uitwisseling. In een tijd waarin muziek steeds globaler wordt, herinnert zijn verhaal ons eraan dat het de pioniers waren - de mensen die grenzen overstaken en risico’s namen - die de fundamenten legden voor wat we nu als vanzelfsprekend beschouwen.

Tussen 2008 en 2013 interviewde ik meer dan dertig pioniers van de rave-scene voor de documentaire 'Oldschool Renegades'. Hoewel slechts fragmenten van deze interviews in de film pasten, bevatten de volledige gesprekken verhalen die het verdienen om gedeeld te worden. Unieke verhalen die laten zien hoe een generatie pioniers met minimale middelen en maximale passie het fundament vormden van een nieuwe muziekstroming.
Dit artikel delen op je eigen platform?