Als je de geschiedenis van de Nederlandse dancescene wilt begrijpen, kom je niet om Jeroen Flamman heen. Als helft van Fierce Ruling Diva, producer van de Party Animals en één van de eerste importeurs van Amerikaanse housemuziek naar Nederland, heeft hij een uniek perspectief op de ontwikkeling van dance in ons land. In een uitgebreid gesprek deelt hij zijn herinneringen aan die baanbrekende periode en reflecteert hij op de evolutie van een scene die hij hielp vormgeven.

De New Yorkse jaren

“In 1987 woonde ik anderhalf jaar in New York,” begint Flamman zijn verhaal. “Het was precies de periode dat house-muziek begon door te breken. 12 inches kostten daar maar $ 3,99, dus we kochten enorm veel platen.” Het was een tijd van ontdekking, waarin hij en zijn toekomstige partner Jeff Porter zich onderdompelden in de bruisende clubscene van de stad. De contrasten met Nederland konden niet groter zijn. Toen Flamman terugkeerde naar Amsterdam, was hij verbaasd door het gebrek aan housemuziek. “Ik ben naar de Roxy geweest en naar de Melkweg dat waren echt de enige plekken. Joost van Bellen deed wat in de Roxy op woensdagen, en Per draaide in de Melkweg tijdens zijn ‘Dancehall days’ een kwartiertje house. Dat was het.” Met twee kratten vol houseplaten en een set draaitafels besloten Flamman en Porter het heft in eigen handen te nemen. “We hadden een zakelijke mogelijkheid hier om wat geld te verdienen. Ik was belichter en kon een vrachtwagen met licht overnemen. Op een gegeven moment zei ik tegen Jeff: we hebben hier twee kratten vol met house 12 inches, in Nederland kennen ze dat nog helemaal niet, laten we dat gaan importeren.”

Een eigen planeet

Ze stopten al hun apparatuur in een grote hutkoffer, vlogen terug naar Nederland en begonnen met het organiseren van feesten. Jeff werd de dj, terwijl Jeroen zich aanvankelijk concentreerde op de organisatie en techniek. Later zou hij zelf ook achter de draaitafels kruipen. Het was een tijd van pionieren en experimenteren. “We begonnen een club, Planet E, en we hadden het gevoel dat er niet genoeg muziek uitkwam. Dus we moesten het zelf maar gaan maken,” vertelt Flamman. Wat hem in house aantrok was de DIY-mentaliteit die hem deed denken aan zijn punkrockverleden. “Het was net als vroeger met punk – begin een eigen labeltje, pers wat vinyl, gooi er een sticker op, pak wat posters in de stad en je hebt een label.”

Lower East Side Records

In 1989 richtten ze Lower East Side Records op. Hun eerste releases, “Feeling fly” en “I don’t wanna be a freak”, werden opgenomen in een studio op de Prinsengracht bij Mikel Le Roy, waar ze nog twintig jaar zouden blijven werken. Samen met Dano en Dylan Hermelijn (2001) maakten ze vervolgens “Sound of planet earth”, wat leidde tot de doorbraak “Whipped cream”. Maar het was “Rubb it in” dat hun definitieve doorbraak betekende. Het ontstaan van deze track is een perfect voorbeeld van hoe toevallige omstandigheden kunnen leiden tot een klassieker. “Ik had net een Roland TR-909 geruild voor een Amiga computer via een advertentie in de krant”, herinnert Flamman zich. “We namen het op bij Mikel Le Roy op zijn oude mengpaneel. Alles stond in het rood, wat eigenlijk helemaal niet mocht. Maar het had die lekkere sound, zoals ‘Acid Crash’ van Tyree Cooper. Het werd ons handelsmerk.”

Internationale doorbraak

De muziek van Fierce Ruling Diva vond al snel zijn weg naar Amerika. Via Invasion Records en labelmanager Matt E Silver, een voormalig clubkid uit de Limelight, kreeg de groep toegang tot de Amerikaanse markt. “Matt E had goed contact met de Dj's die de dancechart samenstelden voor Billboard”, legt Flamman uit. “Josh Wink bijvoorbeeld, was een goede vriend van hem.” Hun tracks “Rubb it in” en “You Got To Believe” bereikten de top 5 van de Billboard Dance Chart. Dit leidde tot uitgebreide tours door Amerika. “We hebben meer in Amerika opgetreden dan in Nederland”, vertelt Flamman. “Het werd een wisselwerking – in Nederland werden we groot omdat we groot waren in Amerika, en in Amerika waren we ‘big in Holland’. Het versterkte elkaar.”

De Limelight

Een belangrijk hoofdstuk in Flamman’s verhaal speelt zich af in de legendarische New Yorkse club The Limelight. Gevestigd in een voormalige kerk, was het een van de eerste mainstream clubs waar elektronische muziek centraal stond. “Het was een van de eerste clubs waar een blank heteropubliek naar techno ging luisteren”, vertelt hij. “Er gingen wel 4000 man in op zo’n nacht.” De Limelight werd gerund door Michael Alig en DJ Keoki, die elke week internationale acts boekten. “Ze hadden altijd budget om groepen te laten optreden”, herinnert Flamman zich. “Elke week was er wel een gast-dj of liveact, of het nu Digital Boy was, Ramirez, Fierce Ruling Diva, Jeff Mills, of Doc Martin.” Een van zijn memorabelste herinneringen aan de Limelight illustreert perfect hoe extreem de scene kon zijn: “Op een nacht werden Michael en Keoki in een kooi naar boven gehesen. Michael had een microfoon en zei tegen het publiek: ‘You all like money, don’t you?’ En toen begonnen ze dollarbiljetten naar beneden te gooien. De mensen werden helemaal gek. Toen het gekalmeerd was, riep hij: ‘Those were the singles, now we’re gonna throw hundreds down!’ Ze hebben zeker $ 3000 uit die kooi gegooid die nacht.”

Van import naar export

In 1993 opende Flamman samen met Porter een platenzaak in New York. “Het was op de Bowery, in de kelder van een hippe kledingzaak, Liquid Sky, waar al die ravekids kwamen,” vertelt hij. De winkel werd een belangrijke hub voor Europese dance-import in Manhattan. “Er was in die tijd alleen één winkel in Brooklyn waar Frankie Bones werkte, waar je import kon kopen. Als je in de Bronx woonde, moest je een uur in de metro zitten om daar te komen.” Eén van hun vaste klanten was Moby, die om de hoek woonde. De vriendschap die daar ontstond, zou jaren duren. “Toen hij voor het eerst in Nederland was, kwam hij aan op Schiphol en had geen idee waar hij heen moest”, herinnert Flamman zich. “Hij vond een van onze platen in zijn koffer met ons telefoonnummer erop en belde ons. Ik heb hem opgehaald en de hele dag door de stad geleid.”

Genres geboren

Naarmate de jaren 90 vorderden, begon de dancescene zich op te splitsen in verschillende stromingen. “In het begin, in 1989, 1990, ging je naar een housefeest en hoorde je alles door elkaar heen,” legt Flamman uit. “Trance, house, hardcore, acid, alles ging door elkaar. Maar op een gegeven moment ging het zich splitsen. De scene werd zo groot, je kreeg echt een scene die alleen nog maar voor de warme house ging, en een scene die voor de hardere sounds ging.” Deze ontwikkeling leidde tot het ontstaan van nieuwe projecten. “Je werd gedwongen om producties in verschillende stijlen onder andere namen uit te brengen”, vertelt hij. Zo werd de Party Animals geboren, een project dat radicaal anders klonk dan Fierce Ruling Diva. “Het is eigenlijk hetzelfde, maar gewoon een stuk sneller en harder. We hebben er gewoon een ander labeltje aan gehangen.”

De geboorte van hardcore

Een interessant inzicht dat Flamman deelt, betreft de oorsprong van hardcore. “Als mensen vragen waar hardcore vandaan komt, zeggen sommigen Rotterdam, anderen Amsterdam. Maar volgens mij kwam het gewoon uit België.” Hij wijst naar “Acid Rock” van Rhythm Device (aka Frank de Wulf) als de eerste echte hardcore plaat. “Hiervoor zat New Beat, toen kwam deze en daarna kwam de Belgische techno. Er is geen ontkomen aan.”

Memorabele momenten

Als het gaat om zijn memorabelste optredens, noemt Flamman verschillende hoogtepunten. “De Hellraiser feesten in Sporthallen Zuid waren natuurlijk geweldig, maar Mayday Judgment Day in 1993 was voor mezelf het meest indrukwekkend. De Limelight is zeker ook een van mijn beste herinneringen, net als onze optredens in Mexico.” Hij is vooral trots op hun rol als liveact: “Ik denk dat Jeff en ik een van de eersten waren die als producers echt het podium opgingen met apparatuur. In die tijd deed niemand dat nog. Misschien deed Praga Khan dat soort dingen wel al, maar niet dat wij we wisten.”

De legacy

Terugkijkend op zijn carrière is Flamman dankbaar dat hij al meer dan dertig jaar kan leven van zijn passie. “Ik ben nog steeds bezig met produceren, het land doorrijden, optredens doen, draaien. Het enige wat ik niet meer doe, is zelf feesten organiseren.” Zijn verhaal illustreert perfect hoe de Nederlandse dance zich ontwikkelde van een underground scene tot een wereldwijd fenomeen. Als een van de eersten die Amerikaanse house naar Nederland bracht en tegelijkertijd Europese elektronische muziek exporteerde naar Amerika, speelde hij een cruciale rol in de internationale kruisbestuiving die dance zou maken tot wat het nu is.

De Blijvende Impact De impact van Flamman’s werk is nog steeds voelbaar in de hedendaagse dancescene. Zijn platenzaak in New York groeide uit tot Satellite Records, een van de grootste dance-import ketens in Amerika. De muziek die hij produceerde onder verschillende namen blijft mensen inspireren, en zijn pionierswerk in het combineren van verschillende stijlen en het live brengen van elektronische muziek heeft de weg geëffend voor talloze artiesten na hem.

Tussen 2008 en 2013 interviewde ik meer dan dertig pioniers van de rave-scene voor de documentaire 'Oldschool Renegades'. Hoewel slechts fragmenten van deze interviews in de film pasten, bevatten de volledige gesprekken verhalen die het verdienen om gedeeld te worden. Unieke verhalen die laten zien hoe een generatie pioniers met minimale middelen en maximale passie het fundament vormden van een nieuwe muziekstroming.


Dit artikel delen op je eigen platform?