De vroege jaren 2000 zagen een heropleving van de Rave en Hardcore die de vroege jaren 90 hadden gedomineerd. In Nederland liepen feesten als ‘Back 2 School’ en ‘Mindcontroller’ voorop in het vieren van deze oldschool geluiden. Het was in deze periode dat ik weer in contact kwam met oude vrienden uit de scene, waaronder Guido Pernet van Human Resource en Zeno Zevenbergen van T99. We besloten de krachten te bundelen en creëerden een liveshow die het beste van onze commerciële en underground releases zou laten zien. Het was tijdens deze periode van hernieuwde interesse in de oldschool dat ik de kans kreeg om dieper in gesprek te gaan met Guido Pernet over het ontstaan van een van de meest iconische tracks uit die tijd: ‘Dominator’.

Daar ontstond Human Resource

“We waren met z’n vieren”, begint Guido zijn verhaal, gezeten in zijn studio omringd door vintage synthesizers en moderne apparatuur. “Er was een feest in Ahoy, ‘Wrath of the 90s’, eind 1990 in Rotterdam.” Zijn ogen lichten op bij de herinnering. “Daar kwam ik Robert en Johan weer tegen, en het voelde meteen als vanouds.” Die ontmoeting in Ahoy zou het begin markeren van een van de invloedrijkste samenwerkingen in de geschiedenis van elektronische muziek. Maar zoals zo vaak in de muziekindustrie, duurde het even voordat de vonk oversloeg. “De eerste maand gebeurde er natuurlijk niets. De tweede maand ook niet. De derde maand ook niet,” lacht Guido. “Maar toen het eenmaal gebeurde, ging het in één keer heel hard.”

Hard, harder, geschiedenis

In een bescheiden zolderkamertje van vier bij drie meter, met wat tweedehands apparatuur, begon het experiment dat zou uitgroeien tot “Dominator”. Het hart van de sound was al aanwezig, gecreëerd door Robert op een Roland Juno synthesizer. “We durfden het eigenlijk niet te gebruiken”, bekent Pernet. “Het was te grof, te rauw voor wat we gewend waren.” Het was na een lange nacht stappen, rond vijf uur ’s ochtends dat de magie gebeurde. Met een synthesizer die overstuurd werd door een Marshall JCM-800 gitaarversterker, creëerden ze een geluid dat de grenzen van wat mogelijk was in elektronische muziek zou verleggen. “Dat oversturingseffect, dat was gewoon per ongeluk,” herinnert Guido zich. “Maar zodra we het hoorden, wisten we: dit is het.”

audio-thumbnail
Roland Alpha Juno – What the ...
0:00
/17.510136

Voor de techneuten onder ons: de hardware set-up was relatief eenvoudig maar effectief. De Akai S950 sampler was het hart van de operatie, met daarnaast die kenmerkende Juno synthesizer. “Het mooie van die tijd was dat je met beperkte middelen toch iets unieks kon creëren”, legt Guido uit. “Je had niet honderden plug-ins nodig, het ging om wat je deed met wat je had.” Het oversturingseffect dat zo karakteristiek werd voor de track, kwam voort uit pure experimenteerdrift. Door de synthesizer door een gitaarversterker te jagen en die bewust te oversturen, creëerden ze een geluid dat later bekend zou worden als een van de eerste voorbeelden van wat we nu kennen als de ‘hardcore’ sound.

'All Americans can rap'

De vocalen die “Dominator” zijn unieke karakter zouden geven, kwamen van een onwaarschijnlijke bron: Lorenzo Nash, een Amerikaanse profbasketballer die in Nederland speelde. “Hij moest twee dagen per week werken bij hetzelfde installatiebureau als Johan en Robert”, vertelt Guido. “We bleven maar zeuren: ‘Kom op, je bent Amerikaan, alle Amerikanen kunnen rappen!’” Nash was aanvankelijk terughoudend, maar net voor zijn terugkeer naar Chicago voor het nieuwe seizoen, gebeurde het. Met een biertje in de ene hand en een microfoon in de andere, leverde hij de vocalen die geschiedenis zouden schrijven. “I’m the one and only dominator, I’m bigger and bolder and rougher and tougher, in other words sucker there is no other”, bulderde hij in de microfoon. En dan die iconische James Brown-geïnspireerde uitroep: “I wanna kiss myself!” “Het paste precies op één floppy disk”, herinnert Guido zich. “Die takes stonden al klaar toen we dat karakteristieke geluid ontwikkelden. Het was alsof alles gewoon samen moest komen.”

Wat begon in een Nederlands zolderkamertje, groeide uit tot een wereldwijd fenomeen. “Mensen dachten gewoon dat we uit Amerika kwamen”, vertelt Pernet. “Ik werkte destijds nog bij een verwarmingsbedrijf. We traden op in Amsterdam, en terwijl ik spullen in een Nederlandse bedrijfswagen aan het laden was, met Nederlandse kentekens en al, begonnen mensen Engels tegen me te praten.” Die internationale appeal was geen toeval. De combinatie van Nash’ Amerikaanse accent, de rauwe productie en de energie van de track creëerde iets wat de grenzen van nationale scenes oversteeg. “Robert zei nog: ‘Ik denk dat we een zomerhitje hebben,’” lacht Guido. “Dat bleek achteraf wel een flink understatement.”

Vier misfits, één geluid

Anders dan veel elektronische acts van die tijd, presenteerde Human Resource zich als een echte band. “We waren geen voorgeproduceerde act met dansers in glimmende pakjes”, benadrukt Guido. “Ieder bandlid was een individu met zijn eigen karakter en stijl.” De live shows waren een explosie van energie. “We hadden Marvin, ik was half als Prince verkleed – wat ik achteraf misschien niet meer zou doen,” lacht Pernet. “Jasper, onze toetsenist, die kon echt spelen. Die zat als een gitarist op de grond met zijn synthesizer. En Robert was gewoon Robert, die deed ook zijn eigen ding. Het klopte gewoon.” Deze authentieke benadering zette hen apart van veel andere danceacts. “In het VK hadden ze al die gelikte producties”, herinnert Guido zich. “Wij waren gewoon onszelf, en dat werkte.”

De impact van ‘Dominator’ reikt tot ver buiten de grenzen van de hardcore scene. De karakteristieke ‘Hoover sound’ die ze hielpen populariseren, is door de jaren heen opgepikt door talloze artiesten, van underground producers tot mainstream sterren als Lady Gaga. “Als je dan hoort dat Prince (‘Loose’, red.) geïnspireerd was door wat we deden …” Guido schudt zijn hoofd in ongeloof. “Dat is toch bizar?” Lorenzo Nash, de man wiens stem onlosmakelijk verbonden is met de track, werkt tegenwoordig als hr-manager bij UPS – een ironische twist gezien de bandnaam Human Resource. “Hij is nu een hele nette man”, vertelt Guido. “Zijn collega’s hadden een keer een background check gedaan en vonden foto’s van hem op het podium. Tijdens een belangrijke presentatie hadden ze stiekem zo’n foto tussen zijn slides gezet. Die hele zaal ging los terwijl hij zich afvroeg wat er aan de hand was.”

Toen we begin jaren 2000 samen op tournee gingen, werd duidelijk hoe tijdloos de impact van tracks als ‘Dominator’ was gebleven. Een nieuwe generatie ontdekte de energie en rauwheid van de vroege hardcore sound, en de respons was overweldigend. Op festivals en clubs door heel Europa zagen we hoe de muziek nog steeds dezelfde impact had als tien jaar eerder. “Het mooie van die revival periode was dat het zo puur was”, reflecteert Guido. “Het ging niet om nostalgie alleen, mensen voelden weer die energie die de scene zo speciaal maakte in de eerste plaats.”

Het contrast tussen de productiemethoden van toen en nu kon niet groter zijn. “Tegenwoordig heb je VST plug-ins die het ‘Hoover’ geluid proberen na te maken”, legt Guido uit. “Ze noemen het de ‘Sylenth’, en het komt aardig in de buurt, maar ……” Hij schudt zijn hoofd. “There’s nothing like the real thing, baby. Dit ding is zo solide, zo in your face. Die plug-ins zijn een beetje fragiel, een beetje lief. Dit is gewoon …” Hij draait aan wat knoppen op de originele Juno, en de studio vult zich met dat karakteristieke geluid.

‘Beyond the edge’

De betekenis van ‘Dominator’ voor de elektronische muziek kan nauwelijks worden overschat. Het was een track die de grenzen verlegde van wat mogelijk was in dance muziek, zowel technisch als cultureel. “Voor veel mensen was ‘Dominator’ een soort grens waar je overheen ging”, legt Guido uit. “We hadden ‘Mentasm’ gehad, dat was cool, dat had een riffje, maar was nog enigszins gematigd. ‘Dominator’ was de volgende stap.” De raptekst, hoe simpel ook, werd iconisch. “Pak alle rapteksten van de afgelopen veertig jaar”, daagt Guido uit. “In vier zinnen zo van, boom, klaar. Geen gezeik.” Het was die directheid, die rauwheid, die de track zijn kracht gaf.

Anno 2024 blijft ‘Dominator’ resoneren. Nieuwe generaties producers ontdekken de track en laten zich inspireren door zijn compromisloze energie. “Ik sprak laatst wat Amerikaanse producers”, vertelt Guido. “Die zijn nog steeds onder de indruk van wat we toen hebben neergezet. Voor hen was het echt iets speciaals. Weet je wat het mooiste is?” besluit Guido. “We hadden geen idee wat we aan het doen waren. We maakten gewoon wat we gaaf vonden. Misschien was dat wel het geheim.”

Tussen 2008 en 2013 interviewde ik meer dan dertig pioniers van de rave-scene voor de documentaire 'Oldschool Renegades'. Hoewel slechts fragmenten van deze interviews in de film pasten, bevatten de volledige gesprekken verhalen die het verdienen om gedeeld te worden. Unieke verhalen die laten zien hoe een generatie pioniers met minimale middelen en maximale passie het fundament vormden van een nieuwe muziekstroming.


Dit artikel delen op je eigen platform?