In een drieluik over zijn leven neemt hij ons mee van de laatste stuiptrekkingen van disco naar de geboorte van de ravecultuur, en onthult hij waarom authenticiteit in de elektronische muziek belangrijker is dan ooit.

De muffe geur van karton en vinyl vult mijn neusgaten als ik met Frankie Bones een platenzaak in Los Angeles binnenstap. Niet zomaar een platenzaak, het is ‘Dr. Freecloud’s Last Record Store Standing’ in Fountain Valley. Deze iconische winkel van Ron Dedman a.k.a. Ron D Core. Buiten is het een typisch Californische dag - stralende zon, palmbomen die zachtjes wiegen in de wind - maar binnen heerst de tijdloze atmosfeer van een platenzaak.

Broers in vinyl: De Sonic Groove jaren

De stapels stoffige kratten, de vergeelde hoezen, de zoete geur van verval die zo karakteristiek is voor vinyl – het is een wereld die langzaam aan het verdwijnen is. Voor Bones is dit vertrouwd terrein. Vijftien jaar lang runde hij met zijn broer een eigen platenzaak: Sonic Groove in New York. Zijn kennis van vinyl is niet alleen encyclopedisch, het is persoonlijk. Elk stukje vinyl vertelt een verhaal.

“Je begrijpt het niet totdat je er middenin zit”, zegt hij terwijl hij vakkundig door een krat met oude house platen bladert. “Een platenzaak runnen was verantwoordelijkheid. Het was ’s ochtends opstaan, de winkel openen en er de hele dag zijn. Een bedrijf laten draaien. We hebben het vijftien jaar volgehouden, mijn broer en ik.”

Het was een tijd van ‘sibling rivalry’, geeft hij toe, maar ook van ongelooflijke groei en ontdekking. Elke maandag gingen hij met zijn broer (Adam X, red.) naar de distributeurs om de nieuwe releases te checken. “Je wist meer over muziek toen", legt hij uit, “omdat er niets online stond. Je kon niet downloaden, dus je moest echt de platen opgraven.”

Van Kraftwerk naar de Bronx

Terwijl hij spreekt, trekken zijn vingers een plaat uit het krat – een originele Afrika Bambaataa. Zijn ogen lichten op. “Dit was een keerpunt", zegt hij, de hoes voorzichtig omdraaiend. “Planet Rock kwam uit op 17 april 1982. Ik weet de datum nog precies omdat ik altijd aantekeningen maakte in een notitieboek. Ik heb het boek nog steeds.”

Hij legt de plaat op een draaitafel in de hoek van de winkel, en de eerste beats vullen de ruimte. “Dit is waar alles veranderde”, vertelt hij terwijl de karakteristieke synthesizermelodie inzet. “Afrika Bambaataa nam gasten uit de Bronx mee de studio in, pakte Kraftwerk, herschiep het en gaf het terug aan de straten van New York. Dat was nog nooit eerder gedaan.” Die kruisbestuiving tussen Europese elektronische muziek en Amerikaanse straatcultuur zou een blauwdruk worden voor wat later zou komen. “Planet Rock bracht breakdancing naar Europa”, legt Bones uit. “Het was niet het originele breakdance nummer, maar voor elektro muziek was dit waar het allemaal begon.”

We duiken dieper in de kratten, en elke hoes lijkt een nieuwe herinnering los te maken. Een Public Enemy plaat genaamd ‘Rebel without a pause’, brengt hem terug naar de late jaren 80. “Dit was niet hun eerste plaat, maar wel hun eerste grote hit,” zegt hij. “We waren blanke kids in Brooklyn en we huurden Public Enemy in voor een show in Bay Ridge.” Hij glimlacht bij de herinnering. “Chuck D zei altijd: ‘Ik speel overal, het maakt me niet uit of het een wit publiek is. Als ze onze muziek willen horen, spelen we.’”

Onder de toonbank

De rol van de platenzaak in die tijd was cruciaal, legt hij uit. Het was meer dan alleen een winkel – het was een ontmoetingsplek, een informatiecentrum, een plek waar scenes werden geboren. “Het was bijna als een cult”, zegt hij. “Als je de mensen in de winkel kende, kreeg je de beste platen. Ze hadden altijd wel wat onder de toonbank, weet je? Die speciale releases die niet voor iedereen waren.”

Die cultuur van exclusiviteit en kennis was een essentieel onderdeel van de scene. “Elke maandag ging je naar de distributeur, zag je alle nieuwe platen die binnenkwamen. We wisten meer over muziek toen omdat er niets online stond. Je moest er echt voor werken.”

Het DNA van ‘The Power’

Terwijl we door meer kratten bladeren, vinden we een oude Snap! plaat. Bones pakt hem op en begint te lachen. “Dit is een grappig verhaal”, zegt hij. “De beats van de originele Snap komen van deze plaat hier – ze hebben het van Lenny en mij gestolen. En ik weet dat het van ons is, omdat je in de beat een hoorn hoort die ‘wham’ doet, en Lenny scratchte dat live op deze plaat.”

Hij legt de plaat op en inderdaad, daar is die karakteristieke hoorn. “Ze hebben er geen cent voor betaald”, zegt hij, “maar dat is waarom we die platen maakten – zodat andere producers er doorheen konden gaan en onze beats konden gebruiken als ze die wilden.”

Deze openheid over sampling is verfrissend in een tijd waarin rechtszaken over muzikaal eigendom aan de orde van de dag zijn. “Zie je, wij maakten platen voor andere producers,” legt hij uit. “Bones Breaks en Drum Drops dat waren series die we speciaal maakten zodat andere producers er samples uit konden halen. Als ze iets wilden gebruiken, prima. Wij hadden het ook ergens anders vandaan.”

Een ander krat brengt ons bij de hardcore platen, en het gesprek verschuift naar de evolutie van de scene. “In ’92, toen Mayday voor het eerst plaatsvond … je had NRG, Hypnotists, Lenny Dee, GTO, Jeff Mills – er waren zoveel verschillende underground stijlen. Je had gasten uit Holland, Paul Elstak kwam, Midtown … ze hadden een geweldige run.”

Hij pakt een plaat van Richie Hawtin. “Weet je wat grappig is? Richie stopte met het maken van harde platen nadat hij een rave in Amsterdam had bezocht. Hij zag kids met kale koppen helemaal los gaan en heeft daarna nooit meer zoiets hards gemaakt. Het had echt impact op hem.”

De finale van vinyl

Deze observatie leidt tot een diepere discussie over de rol van technologie in de moderne muziekscene. “Vinyl komt nooit meer terug", zegt hij met een mengeling van melancholie en realisme. “Digital heeft alles instant gemaakt. Voor jou om naar een platenzaak te gaan en platen te kopen, dat is een opgave geworden. Ik denk niet dat mensen dat nog willen doen. Je moet echt een verzamelaar zijn.”

De technologische revolutie heeft de hele industrie op zijn kop gezet. “De meeste Dj's hebben tegenwoordig tracks die niet op vinyl beschikbaar zijn", legt hij uit. “Het maakt het moeilijker. Ik was strikt vinyl tot vorig jaar. Maar ik moest stoppen omdat er geen draaitafels meer op feesten staan. Je vind er alleen nog maar CD-spelers.”

Tussen de platen vinden we een exemplaar van zijn eigen “Bones Breaks” serie. “Dit is deel 11", zegt hij, het paarse vinyl omhoog houdend. “Ik had er 800 van in mijn garage staan. Het deed het niet zo goed als volume 2, daar verkochten we er 22.000 van.” Hij lacht. “Misschien raak ik ze ooit nog kwijt op eBay.”

De middag vordert en we duiken steeds dieper in de kratten. Een oude jungle plaat brengt het gesprek op de Britse scene. “Mijn Bones Breaks platen hebben veel van de Jungle artiesten geïnspireerd", vertelt hij. “Niet per se de specifieke platen die ik maakte, maar het hele concept van onafhankelijk zijn, je eigen platen persen, je eigen distributie regelen.”

DIY

“We gingen naar de perserij, laadden de dozen in de auto, brachten ze naar de platenwinkels. Het was onze industrie, snap je? Zo moesten we overleven, door onze shit naar buiten te brengen. En ik denk dat we veel slaapkamerproducers in het VK en delen van Europa hebben geïnspireerd toen ze zagen wat we deden. Ze gingen hetzelfde doen. En binnen drie jaar was het een wereldwijde beweging.”

Zijn persoonlijke aanpak blijft echter onveranderd, ondanks alle technologische vooruitgang. “Ik gebruik geen Serato, geen Ableton,” zegt hij trots. “Ik maak zelfs geen muziek meer, want ik wilde geen muziek maken – ik wilde platen maken. Dat klinkt misschien vreemd, maar het ging me om de fysieke platen. Daarom maakte ik muziek.”

Generatiekloof

Terwijl de middag vordert, reflecteert Bones op de huidige staat van de scene. “Het is veranderd. De nieuwe generatie kent de geschiedenis niet. Marshall Jefferson, Frankie Knuckles – ze weten vaak niet wie deze mensen zijn. De herinneringen van mensen gaan maar vier of vijf jaar terug, en dan vergeten ze alles.”

We stuiten op een krat met oude mixtapes en het gesprek verschuift naar de kunst van het mixen. “Dat mis ik het meest", zegt hij. “Het echte handwerk van het in elkaar mixen van platen. Nu druk je op start en het gaat vanzelf. Deze kids hebben geen idee van de techniek die erbij kwam kijken om twee platen perfect te mixen.”

“Het commerciële deel ervan is nooit echt geaccepteerd”, vervolgt hij. “Er is geen underground meer, maar er is nog steeds een scene. En het is een grote scene. Ik denk dat het internet veel te maken heeft met hoe mensen tegenwoordig aan hun muziek komen. Daarom groeit het alleen maar. Zolang je internet hebt, heb je toegang tot de muziek.”

Als we de platenzaak verlaten, draagt Bones een paar zorgvuldig geselecteerde vondsten met zich mee. “Dit is waarom ik het doe”, zegt hij, wijzend naar de platen. “Niet voor de roem, niet voor het geld. Voor de muziek. Voor de verhalen. Voor de herinneringen.” In een wereld waar alles digitaal en vluchtig is geworden, zijn deze fysieke herinneringen – de verhalen geëtst in vinyl – misschien wel waardevoller dan ooit.

Lees het laatste deel: ‘Ik draai in Compton, niet op Ibiza’ – Een laatste gesprek met de man die PLUR uitvond

Tussen 2008 en 2013 interviewde ik meer dan dertig pioniers van de rave-scene voor de documentaire 'Oldschool Renegades'. Hoewel slechts fragmenten van deze interviews in de film pasten, bevatten de volledige gesprekken verhalen die het verdienen om gedeeld te worden. Unieke verhalen die laten zien hoe een generatie pioniers met minimale middelen en maximale passie het fundament vormden van een nieuwe muziekstroming.


Dit artikel delen op je eigen platform?