Mijn artikelen zijn anders. Ze komen voort uit echte gesprekken en bieden een zeldzame combinatie van technische kennis en emotionele diepgang. Als journalist én maker in de entertainment- en technologie-industrie, stel ik vragen die anderen niet kunnen stellen.
Wat maakt mijn artikelen bijzonder?
- Insider's perspectief: jarenlange ervaring in studio's, op podia en achter de schermen geeft me een unieke kijk op de industrie.
- Vertrouwen tussen vakgenoten: artiesten en makers delen inzichten die normaal verborgen blijven.
- Technische én creatieve expertise: ik begrijp zowel de technologie als de emotie achter het verhaal.
- Interviews als basis: ik ben gespecialiseerd in het schrijven van artikelen op basis van interviews, onderstaand is de lijst met interviews die ik heb afgenomen.
Populaire artiesten
Richard Melville Hall (Moby)
Van punk naar techno, van underground naar mainstream – Moby's muzikale reis weerspiegelt de evolutie van elektronische muziek zelf. Zijn doorbraak kwam met 'Go' (1990), een hypnotische track die het Twin Peaks-thema verweefde met dansbare ritmes. Later veroorzaakte hij een aardverschuiving met het album 'Play' (1999) dat elektronische muziek definitief naar het culturele middelpunt bracht door oude blues- en gospel-samples te combineren met moderne beats.

Liam Howlett, Keith Flint, Maxim Reality (The Prodigy)
Als gezichten van de Britse rave-revolutie, brachten The Prodigy explosieve energie en punkattitude naar elektronische muziek. Met tracks als 'Charly' (1991), 'Firestarter' (1996) en 'Smack My Bitch Up' (1997) versmolten ze hardcore, breakbeats en rock tot een unieke formule die zowel de underground als de mainstream veroverde. Hun compromisloze houding en weigering om aan commerciële verwachtingen te voldoen (ze weigerden zelfs op Top of the Pops te verschijnen) maakte hen tot ware iconoclasts in de muziekindustrie.

Manuela Kamosi (Ya Kid K, Technotronic)
De stem achter een van de herkenbaarste dance-anthems aller tijden, 'Pump Up The Jam' (1989), die de kloof overbrugde tussen underground house en mondiale popcultuur. Als Zaïrese rapper in België belichaamde Ya Kid K de culturele kruisbestuiving die elektronische muziek zo dynamisch maakte. Haar rauwe, energieke vocalen en podium performance brachten een menselijk element in de mechanische beats van producent Jo Bogaert.

Tyree Cooper (Tyree)
Een pionier in hiphouse, een genre dat rapvocals combineerde met housemuziek. Zijn track 'Turn Up The Bass' (1989) was een definiërend moment in de vroege scene. Cooper's werk bouwde bruggen tussen de opkomende underground house scene van Chicago en de hiphopwereld, waarmee hij een nieuwe muzikale taal creëerde die later zou uitgroeien tot een volwaardige beweging.

DJ Paul Elstak (Rotterdam Records)
De Nederlandse hardcore-pionier die de gabberscene op de kaart zette met Rotterdam Records. Tracks als 'Rainbow in the Sky' en zijn a&r werk voor Rotterdam Termination Source's 'Poing' definieerden de harde, compromisloze Nederlandse sound. Elstak transformeerde van underground producer tot nationale beroemdheid, zonder zijn roots te verloochenen.

Ben Liebrand (Grandmix)
De Nederlandse remix-pionier en producer wiens legendarische Grandmixes de overgang van disco naar house documenteerden. Liebrand's technische precisie en muzikale kennis maakten hem tot een brug tussen verschillende generaties elektronische muziek. Zijn radiowerk in de jaren 80 introduceerde house aan miljoenen Nederlandse luisteraars. Liebrand produceerde ook een aantal hits, waaronder 'Holiday Rap' van MC Miker G & DJ Sven en de hit-versie van Salt 'n Pepa's 'Let's Talk About Sex'.

Entertainment industrie
Michael Alig (Limelight)
Als koning van de New Yorkse 'Club Kids' transformeerde Alig het nachtleven in de legendarische Limelight, een voormalige kerk die tot danstempel werd verheven. Zijn feesten, zoals Disco 2000, werden een broedplaats voor elektronische muziek in Amerika. Alig's tragische val na de moord op Angel Melendez in 1996 werd vereeuwigd in de film 'Party Monster'.

Nicolas Loufrani (Smiley Worldwide LTD)
De man die het iconische gele smiley-gezicht transformeerde van simpel symbool naar wereldwijd fenomeen dat onlosmakelijk verbonden raakte met acid house en de ravecultuur. Als zoon van Franklin Loufrani, die het originele smiley-logo commercialiseerde, bracht Nicolas het symbool naar nieuwe generaties door het te moderniseren en aan te passen aan de digitale wereld.

Nick Halkes (XL Recordings)
Als oprichter van XL Recordings creëerde Halkes een thuisbasis voor elektronische innovators van The Prodigy tot SL2. Zijn visie voor een onafhankelijk label dat authenticiteit boven commercieel succes plaatste, hielp de underground ravescene een stem te geven in de mainstream muziekindustrie. Later hielp hij bij de oprichting van Positiva Records en werkte samen met grotere labels om elektronische muziek naar een breder publiek te brengen.

Renaat Vandepapeliere (R&S Records)
De visionair achter R&S Records, een Belgisch label dat de blauwdruk legde voor moderne elektronische muziek. Vandepapeliere ontdekte en ontwikkelde talent als Aphex Twin, CJ Bolland en Joey Beltram. Zijn compromisloze toewijding aan artistieke integriteit en zijn openheid voor experimentele geluiden maakten R&S tot een van de invloedrijkste labels in de geschiedenis van elektronische muziek.

Lenny Dee (Industrial Strength Records)
De New Yorkse hardcore-pionier die met Industrial Strength Records een platform bood aan de meest compromisloze en experimentele elektronische muziek. Tracks als 'English Muffin' en zijn collaboraties met Mescalinum United definieerden de rauwe, industriële kant van rave-muziek. Dee's invloed strekte zich uit van New York tot Rotterdam en Berlijn.

Matt E. Silver (Casanova's Revenge)
Een sleutelfiguur die de brug sloeg tussen de Europese en Amerikaanse elektronische scenes. Als producer achter Casanova's Revenge en als promotor in New York, hielp Silver bij het importeren van Europese ravesounds naar Amerikaanse clubs. Zijn werk om internationale artiesten naar Amerika te brengen was cruciaal voor de wereldwijde verspreiding van de scene.

Underground artiesten/producers
Acen Razvi (Acen)
Een sleutelfiguur in de vroege UK hardcore scene wiens tracks zoals 'Trip II the Moon' en 'Close Your Eyes' de jungle-beweging hielpen vormgeven. Razvi's innovatieve gebruik van atmosferische samples en breakbeats opende de deur naar wat later drum and bass zou worden, waarin hij unieke invloeden uit soul en jazz verwerkte.

Ben Stokes (Dimensional Holofonic Sound)
De man achter D.H.S. en de iconische track 'House of God' (1990), die religieuze samples verweefde met hypnotische techno. Stokes' experimentele benadering van sampling en zijn vermogen om emotionele diepte aan elektronische muziek toe te voegen maakten hem tot een unieke stem in de scene. Stokes is ook de VJ van 'Meat Beat Manifesto' van Jack Dangers.

Carlton 'Smiley' Hyman (Shut Up and Dance)
Mede-oprichter van het invloedrijke Shut Up and Dance-collectief dat de Britse ravescene revolutioneerde door elementen uit reggae, hiphop en hardcore te combineren. Tracks als '£ 10 to Get In' en 'Raving I'm Raving' vingen de rauwe energie van de illegale warehouse-feesten die de vroege scene definieerden.

Christian Jay Bolland (CJ Bolland)
De Belgische techno-innovator die met tracks als 'Horsepower' en 'Sugar Is Sweeter' de grenzen van elektronische muziek verlegde. Bolland's technische vaardigheid en muzikale diepgang maakten hem tot een van de meest gerespecteerde producers van zijn generatie, wiens invloed zich uitstrekt van underground techno tot de mainstream.

Cisco Ferreira (The Advent)
Een pionier in techno die als The Advent zowel de puristisch functionele kant van het genre vertegenwoordigde als experimenteerde met nieuwe vormen. Ferreira's werk bij R&S Records en later zijn eigen producties combineerden rauwe energie met studio-vakmanschap, wat resulteerde in tijdloze klassiekers als 'Mad Dog'.

Danny Scholte (Rotterdam Termination Source)
Medemaker van de gabberklassieker 'Poing', die de Nederlandse sound op de wereldkaart plaatste. De minimale, intense track werd een onverwachte crossover-hit die de hardcore-scene uit de underground tilde en de fundering legde voor de latere dominantie van Nederlandse dancemuziek op het wereldpodium.

Frank de Wulf (B-Sides)
Belgische producer wiens track 'Acid Rock' wordt beschouwd als een van de allereerste hardcoreproducties. De Wulf's experimenten met zware beats en vervormde acid-lijnen hielpen de weg te effenen voor wat later gabber zou worden genoemd, waarmee hij invloed uitoefende op zowel de Nederlandse als de wereldwijde hardcore-scene.

Frankie Bones (Musto & Bones)
De New Yorkse dj die ravecultuur naar Amerika bracht na zijn ervaringen op Britse feesten. Bones' "Storm Rave" feesten in Brooklyn waren legendarisch, en zijn "PLUR" (Peace, Love, Unity, Respect) filosofie werd het ethos van de mondiale rave-beweging. Zijn eigen releases en samenwerkingen met Tommy Musto definieerden de New Yorkse sound.



Graham Massey (808 State)
Medeoprichter van 808 State, de baanbrekende elektronische groep uit Manchester wiens 'Pacific State' (1989) acid house een nieuwe emotionele diepte gaf. Massey's innovatieve gebruik van jazzy saxofoonlijnen en atmosferische soundscapes verbreedde het palet van elektronische muziek en beïnvloedde latere genres als ambient techno. Hij produceerde samen met 808 State ook muziek voor Björk en remixte ‘One in Ten’ van UB40.

Guido Pernet (Human Resource)
Eén van de producers achter de rave-klassieker 'Dominator' (1991), die de 'hoover sound' populariseerde en een van de definiërende tracks van de hardcore-scene werd. Pernet's rauwe, energieke co-productie werd het akkoord van revolutie voor een hele generatie en blijft tot op de dag van vandaag een referentiepunt in elektronische muziek.

Jens Lissat (Interactive)
Een sleutelfiguur in de Duitse technoscene die met Interactive tracks produceerde als 'Who Is Elvis?' en 'Dildo'. Lissat's speelse benadering van techno, vermengd met elementen uit EBM en new beat, hielp bij het definiëren van de Duitse ravesound die later zou evolueren tot de dominante kracht op de wereldwijde technoscene.

Jeroen Flamman (Fierce Ruling Diva, Party Animals)
Als helft van Fierce Ruling Diva en later als producer van de Party Animals, belichaamde Flamman de evolutie van underground naar mainstream in de Nederlandse dancescene. Zijn tracks gingen van pure underground techno naar toegankelijke happy hardcore, waarbij hij steeds nieuwe generaties wist aan te spreken zonder zijn roots te verraden.

Joey Beltram (Second Phase)
De producer wiens tracks 'Energy Flash' en 'Mentasm' (als Beltram & Mundo Musik) de basis legden voor wat later techno, hardcore en trance zou worden. Beltram's ontdekking van de 'Hoover sound' (de ademende synth uit 'Mentasm') veranderde het landschap van elektronische muziek voorgoed en beïnvloedde generaties producers.

Luca Petrolesi (Digital Boy)
Italiaanse producer die tracks als 'This Is Motherfucker' en 'Giving Up' produceerde, waarin hij elementen uit Italo disco combineerde met hardere techno. Petrolesi's werk kende enorme populariteit in Nederland en België en hielp bij het definiëren van de Europese ravesound in de vroege jaren 90. Tegenwoordig woont hij in Las Vegas, waar hij muziek mixt van grootheden als Major Lazer, Skrillex en Drake.

Matt Nelson (SL2)
Beter bekend als Slipmatt, de helft van SL2 die met 'On A Ragga Tip' een perfect voorbeeld creëerde van hoe breakbeats en reggae-samples versmolten tot wat later jungle en drum ‘n’’ bass zou worden. Nelson's carrière evolueerde van hardcore naar happy hardcore en hij blijft een van de meest geliefde figuren in de Britse scene.

Nikkie van Lierop (Praga Khan, Lords of Acid)
De stem en creatieve kracht achter Lords of Acid en Praga Khan, wiens provocerende teksten en performances de Belgische new beat en acid scene definieerden. Van Lierop's bijdragen aan tracks als 'I Sit on Acid' en 'Injected with a Poison' brachten een uniek vrouwelijk perspectief in een overwegend mannelijke scene.

Olivier Abbeloos (T99, Quadrophonia)
De producer achter de monumentale rave-anthems 'Anasthasia' (als T99) en 'Quadrophonia', die de Belgische technosound wereldwijd op de kaart zetten. Abbeloos' vermogen om orkestraal grootse momenten te combineren met rauwe energie maakte zijn producties tot tijdloze klassiekers.

Orlando Voorn (Frequency)
Nederlandse technopionier die als een van de weinige Europeanen volledig werd geaccepteerd door de Detroit-scene. Voorn's werk onder talloze aliassen zoals Frequency, Fierce en Format combineerde de soul van Detroit met Europese precisie, wat resulteerde in tijdloze klassiekers als 'Flash'.

Patrick de Meyer (Technotronic, T99)
De filosofische keyboardspeler achter Technotronic, wiens 'Pump Up The Jam' een wereldwijde doorbraak betekende voor elektronische muziek. De Meyer werkte later ook mee aan T99, waarmee hij bewees een veelzijdig producer te zijn die zowel commercieel toegankelijke als underground-georiënteerde muziek kon creëren.

Ramon Zenker & Oliver Bondzio (Hardfloor)
Als duo achter Hardfloor creëerden Zenker en Bondzio een unieke acid technosound met tracks als 'Acperience 1' en 'Hardtrance Acperience'. Hun innovatieve gebruik van meerdere Roland TB-303 synthesizers tegelijkertijd creëerde een geluidstapijt dat zowel hypnotisch als energiek was, en dat de acid techno-beweging definieerde. Ze maakten ook de acid remix voor 'Yeke Yeke' van Mory Kante, welke een grote hit was op MTV in de jaren 90.

Sven Röhrig (3 Phase)
Duitse technopionier wiens track 'Der Klang Der Familie' (als 3 Phase feat. Dr. Motte) uitgroeide tot een hymne voor het post-Muur Berlijn en de vroege Love Parade. Röhrig's minimale, hypnotische benadering van techno weerspiegelde perfect de rauwe energie van de vereniging van Oost- en West-Berlijn.

Ben je op zoek naar unieke content?