Het belangrijkste, maar ook moeilijkste onderdeel van het maken van EDM is het ontwikkelen van een uniek geluid. Er zijn talloze virtuele synthesizers en drummachines te koop als uitbreiding op jouw bibliotheek. Meestal zit deze software al bomvol met goede sounds, ook wel presets genoemd. Voor een beginnende producer is de verleiding heel groot om deze sounds onbewerkt te gebruiken, zonder daar zelf iets unieks mee te doen. Maar wie maken die sounds nu eigenlijk?

Waar kennen we Rob Fabrie eigenlijk van?

"Ik ben begonnen bij Holy Noise in 1989. Daar maakte ik (met Richard van Naamen en Paul Elstak, red.) muziek in de oude stijl wat nu "old school" genoemd wordt. Bekende platen uit die tijd zijn onder andere 'Get down everybody' en 'James Brown is still alive'. Daarna heb ik samen met Paul Elstak en Richard van Naamen de Euromasters opgericht, dat was het begin van Rotterdam Records. Daarna maakte ik mijn eerste platen als Waxweazle, waarna ik door Duncan Stutterheim van ID&T gevraagd werd om met Peter Paul Pigmans aan 3 Steps Ahead te gaan werken. Uiteindelijk heb ik op mijn eigen label Waxweazle Vinyl daar zo'n dertig releases uitgebracht. Vervolgens heb ik bij verschillende labels met mijn Headbanger-project tussen 1997 en 2010 vijf albums gemaakt. Tussen 1999 en 2004 ben ik ook clubmuziek gaan maken, onder andere op het Blue Records label (van de klubheads, red.), daarnaast maakte ik trance met Ed Bout (van Critical Mass, red.). Vervolgens ben ik het trance/hardtrance project Gizeh gestart op Spinnin' Records. Die platen kregen veel support in de UK, mede door Judge Jules van BBC Radio 1. Het hoogtepunt was de Daytime remix die ik maakte voor 4 Strings, die specifieke remix is later de grote hit geworden zoals we die nu kennen. Uiteindelijk ben ik terechtgekomen op het Tsunami-label van Ferry Corsten. Momenteel werk ik samen met Jelle Hage aan zijn Jacob van Hage project, onder meer op het Ferry Corsten's Flashover-label."

Over VST’s

Tegenwoordig kun je bijna met een pc of Mac gemakkelijk elektronische muziek maken. Met behulp van een programma als Cubase, Logic en Ableton ben je al een heel eind. Naast samples kun je muziek ook zelf opbouwen en VST's gebruiken. VST staat voor Virtual Studio Technology en bestaan uit virtuele instrumenten (zoals bijvoorbeeld een virtuele synthesizer, VST) en effecten. Bij softwarepakketten worden vaak VST's geleverd, ook zijn er online een hoop gratis te vinden. Daarnaast zijn er ook betaalde VST's te krijgen. In feite zijn VST's softwarematige synths. Je hebt dus wel de sounds van echte hardwaresynths zonder daar direct veel geld aan te betalen. Daarnaast scheelt het ruimte, en kun je dus ook op een kleine zolderkamer professioneel-klinkende muziek maken met eigen gemaakte sounds. Waarschijnlijk is de Sylenth1 van het Nederlandse Lennar Digital één van de populairste VST's om EDM mee te maken. Dit heeft voornamelijk te maken met het vele geluid dat de VST voortbrengt. Er zijn zelfs mensen die zeggen dat het de Virus TI hardwaresynth het dichtst benadert. Sylenth1 is onder meer gebruikt in Animals van Martin Garrix.

Je bent dus al zo'n 25 jaar actief, wat is er veranderd in jouw aanpak bij het maken van sounds sinds de begintijd? "Vroeger kon je geen sounds maken. In plaats daarvan een preset of wat draaien aan wat knopjes tot je dacht: dat klinkt wel aardig, dus laten we dat gebruiken. Nu denk je wat meer over je sounds na. Vroeger gebruikte je vaak je sound en dat was goed. Tegenwoordig heb je te maken met een opbouw van lagen in geluiden. De eenvoud van producties is tegenwoordig sterk vertekend door de digitale technieken...je moet jouw sounds daar ook op aanpassen, die moeten heel erg strak in de mix kunnen liggen."

Hoe weet je wanneer een sound af is, hoe voorkom je dat je teveel blijft werken aan een geluid zodat de magie er weer af is? "Dat is een hele goede vraag, maar daar heb ik een truc voor. Als ik een sound aan het bouwen ben, dan maak ik snapshots tijdens het maken. Steeds als ik denk dat ik op een goed punt ben, dan sla ik de preset op. Op een gegeven moment ga ik dan wat mixen en de beste sound is. Soms maak ik door middel van die snapshots ook afgeleide versies van bepaalde sounds. Soms is het ook klaar omdat er een deadline is, je moet ook gewoon afstand kunnen nemen van een sound. Een producer zal nooit 100 procent tevreden zijn over z'n productie, maar ik al heel erg blij als ik de 95 procent haal."

Als je het hebt over synthesizertechniek, zoals oscillators, filters en ADSR, denk je dan dat beginnende producers weten waar het over gaat, of kiezen die meeste voor hapklare presets? "Ik denk dat een heel groot gedeelte presets gebruikt, en waarom niet? daar zijn ze tenslotte voor gemaakt. Ik denk dat je niet moet vergissen in de fanatieke mensen die nu op YouTube zitten te kijken naar tutorials. Je krijgt tegenwoordig masterclasses van artiesten, je kunt ze gewoon bereiken via Facebook en Twitter. Ik kon vroeger niet even David Bowie opbellen om te vragen 'Hey vriend, hoe heb je dat gedaan?'. Het is bizar hoe makkelijk je tegenwoordig aan informatie kunt komen."

Je maakt zelf dus ook presets voor bekende synthesizer fabrikanten, voor wie heb je tot nu toe gewerkt? "Het begon toen ik draaide op een hardcorefeest, en ik werd benaderd door de zoon van Rob Papen. Er stond ineens een jongen voor me die vroeg: 'welke plug-ins gebruik jij?'. Als ik al als irritant vind is het wel om op zo'n manier benaderd te worden. Ik zei dat ik hem niet ging vertellen, waarop hij zei dat zijn vader ook plug-ins maakte. Toen ik vroeg wie zijn vader dan was, bleek het Rob Papen te zijn. De jongen bewees het zelfs met zijn paspoort. Toen was het ijs meteen gebroken, want Rob Papen is echt een held van mij. Ik had vroeger een Waldorf synthesizer, en daar zaten al presets van hem in..."

Een dag later kreeg ik een e-mail van Rob Papen, en zo ben ik sounds gaan maken, in eerste instantie voor Predator en later voor Blade. Vanuit daar ben ik ook sounds gaan maken voor de Sylenth2 synthesizer van Rob Lee en de synthesizers van Tone2, bekend van de Gladiator. Via mijn eigen website heb ik ook presets verkocht voor de welbekende Sylenth1 en de wat meer obscure Dune synthesizer van Synapse Audio."

Hardware vs Software

Sinds de opkomst van goedkope softwarepakketten lijkt er een rivaliteit te zijn tussen liefhebbers van software en liefhebbers van hardware. Is dit wel terecht? Deels misschien. Als je houdt van vintage synths als Moogs dan kunnen we ons voorstellen dat je hardware prefereert boven software. Het warme, haast menselijk geluid dat deze synths voortbrengen is niet digitaal te reproduceren. Echter, voor het fysieke, het gevoel van draaien aan knoppen, heb je het niet meer te doen. Daarvoor zijn immers midi-controllers uitgevonden. Het verschil is persoonlijke voorkeur. Sommige mensen houden nu eenmaal van echte in plaats van virtuele instrumenten. Dan blijft er wel één groot nadeel over: het hogere prijskaartje van hardware tegenover software en de ruimte die je voor hardware nodig hebt.

"In de meeste gevallen geef ik ze al mijn presets, maar als ik iets tegenkom waarvan ik bijvoorbeeld denk 'die is wel goed voor Jacob van Hage', dan houd ik de sound voor mezelf. Ik maak dan wel een afgeleide sound die ik dan wel gebruik in een preset bank van een synthesizer."

Welke tips heb je nog voor lezers die meer willen leren over synthese en sounddesign? "Het boek van Rob Papen over synthese is een hele goede, daarnaast adviseer ik ook de online tutorials op Sonic Academy, naast tutorials maken ze ook VST's voor eigen plug-ins. Zelf neem ik nog steeds een masterabonnement op Groove3, dan kun je een heel jaar onbeperkt tutorials kijken. Daarnaast zijn er ook talloze tutorials te vinden op YouTube. Als je in deze tijd niet aan je informatie kunt komen, dan ben je echt lui. Om beter te worden in sound design zul je moeten blijven studeren, creativiteit zul je moeten halen uit het leren van een product."